Georg Carstensen's visie voor Tivoli was het creëren van een ruimte waar mensen konden ontsnappen aan kunst, cultuur en natuur. Met de steun van Koning Christian VIII veranderde hij een stuk Kopenhagen in een weelderige tuin en Tivoli opende zijn deuren in 1843. In het begin lag de nadruk bij Tivoli niet op achtbanen of spannende ritten. Het werd een cultureel toevluchtsoord voor theater, muziek en beeldende kunst, waarmee de basis werd gelegd voor zijn blijvende culturele betekenis.